Goed hondenvoer is de basis voor een gezond, energiek en gelukkig leven van je hond. Maar het kiezen van het juiste hondenvoer is niet eenvoudig. De schappen staan vol met zakken, blikjes en beloftes. “Met kip!”, “graanvrij!”, “voor gevoelige maagjes!”, maar wat betekent het allemaal écht?

In dit artikel ontdek je tien belangrijke dingen die iedere hondenbezitter zou moeten weten voordat ze een keuze maken.

1. Niet elk hondenvoer is hetzelfde

Veel merken zien er op het eerste gezicht hetzelfde uit, maar ze verschillen sterk in samenstelling en kwaliteit. Het belangrijkste onderscheid is tussen compleet voer (bevat alle voedingsstoffen die een hond dagelijks nodig heeft) en aanvullend voer (bedoeld als tussendoortje of extraatje).

Kijk daarom altijd op de verpakking of het voer als “compleet” wordt aangeduid. Alleen dan weet je zeker dat het geschikt is als hoofdmaaltijd.

2. De eerste drie ingrediënten zeggen het meest

Op elk etiket staat een ingrediëntenlijst in volgorde van hoeveelheid. De eerste drie ingrediënten vormen vaak 70% of meer van het totale voer. Zie je bijvoorbeeld kip, rijst en maïs als eerste drie? Dan bestaat het grootste deel uit die drie ingrediënten. Staat er “vlees en dierlijke bijproducten”? Dan kan dat van alles zijn: van prima spiervlees tot minder voedzame restproducten. Hoe specifieker de herkomst, hoe beter.

3. Vleesgehalte is belangrijk, maar niet allesbepalend

Honden zijn van nature vleeseters, maar geen pure carnivoren zoals katten. Goed hondenvoer bevat daarom voldoende vlees of vis als eiwitbron, aangevuld met verteerbare koolhydraten, vetten, vezels, vitamines en mineralen. Voer met 25 tot 35% eiwit is meestal geschikt. Let erop dat het om dierlijk eiwit gaat en niet om plantaardig (zoals soja), want dat is minder goed bruikbaar voor de hond.

4. Kwaliteit gaat boven ‘graanvrij’

De term “graanvrij” klinkt gezond, maar zegt op zich niets over kwaliteit. Veel honden verdragen granen prima, zolang ze goed zijn verwerkt en in de juiste hoeveelheid aanwezig zijn. Alleen bij allergieën of gevoelige darmen kan graanvrij voer een uitkomst zijn.

Soms vervangen fabrikanten granen door aardappel of erwten, die net zo goed tot overgevoeligheid kunnen leiden. Kijk dus naar de totale voedingswaarde, niet naar één modetrend.

5. Leeftijd en formaat maken verschil

Een puppy, volwassen hond en senior hebben elk hun eigen voedingsbehoefte. Puppy’s hebben meer energie en bouwstoffen nodig voor groei, terwijl oudere honden juist gebaat zijn bij minder calorieën en meer vezels om op gewicht te blijven.

Ook het formaat telt mee: kleine rassen verteren sneller en hebben voer nodig met hogere energiedichtheid, terwijl grote rassen gebaat zijn bij grotere brokken en een rustiger stofwisseling. Kies daarom altijd voer dat past bij leeftijd én rasgrootte.

6. Let op de voedingswaarde, niet alleen de marketing

“Met zalm!”, “natuurlijk!”, “premium!”  het klinkt allemaal fantastisch , maar zegt weinig over de inhoud. De analytische bestanddelen op het etiket vertellen het échte verhaal: hoeveel eiwit, vet, ruwe as (mineralen) en ruwe celstof (vezels) er in zit. Voor een gezonde volwassen hond is een richtlijn: 25-30% eiwit, 10-15% vet, 2-3% vezels. Grote afwijkingen hiervan kunnen duiden op onevenwichtige voeding.

7. Honden kunnen allergisch zijn voor voer

Net als mensen kunnen honden voedselintoleranties of allergieën ontwikkelen. De meest voorkomende boosdoeners zijn kip, rund, zuivel en tarwe. Typische signalen zijn jeuk, oorontstekingen, winderigheid of zachte ontlasting.

Bij vermoeden van een allergie kun je het beste overstappen op een eliminatiedieet met één eiwitbron (bijvoorbeeld lam of eend) en één koolhydraatbron. Bouw later rustig nieuwe ingrediënten in om te ontdekken wat de oorzaak is.

8. Droogvoer, natvoer of vers?

Elk type voer heeft zijn voor- en nadelen.

  1. Droogvoer is handig, lang houdbaar en ondersteunt het gebit.
  2. Natvoer is smakelijker en bevat meer vocht, wat goed is voor honden die weinig drinken.
  3. Vers of rauw voer (BARF of KVV) kan een natuurlijke optie zijn, mits goed uitgebalanceerd en hygiënisch bewaard.

Er is geen universeel “beste” keuze” het gaat erom wat het beste past bij jouw hond, jouw levensstijl en je budget. Weet je wat bij jouw hond past, dan kun je hier wel zien welke hondenvoermerken het beste worden getest.

9. Overstappen op andere voer moet geleidelijk

Als je van merk of soort voer verandert, doe dat dan geleidelijk over een periode van 7 tot 10 dagen. Meng het nieuwe voer steeds in een grotere verhouding door het oude, zodat de darmen van je hond kunnen wennen. Een plotselinge overgang kan leiden tot diarree of braken, zelfs bij gezonde honden.

Let in de overgangsperiode extra op ontlasting, eetlust en energie, dat vertelt je veel over hoe goed het voer wordt verdragen.

10. Observeer je hond, niet alleen de verpakking

Het beste bewijs dat je goed voer hebt gekozen, is je hond zelf. Heeft hij een glanzende vacht, heldere ogen, stevige ontlasting en een stabiel gewicht? Dan zit je goed. Ziet hij er dof, schraal of juist te zwaar uit? Dan kan het voer niet optimaal zijn.

Elke hond is uniek: wat voor de een perfect werkt, is voor de ander niet ideaal. Blijf dus kritisch en vertrouw op wat je ziet, niet alleen op wat de fabrikant belooft.

Hondenvoer kiezen is een combinatie van kennis, observatie en gezond verstand. Een goed voer past bij de levensfase, gezondheid en voorkeuren van jouw hond, maar ook bij wat jij praktisch kunt volhouden. Uiteindelijk geldt: de beste voeding is die waar je hond zichtbaar van opbloeit. En als je daar eenmaal de juiste balans in hebt gevonden, merk je dat elke maaltijd een kleine bijdrage levert aan een lang, vrolijk hondenleven.

Over

Op dierenfun.com schrijven we weetjes lijstjes over de leukste en meest bijzondere dieren die op aarde rondlopen. 

Dierenfun.com is onderdeel van: MV Affiliate Marketing / groei.media/ kvk: 30256107

© 2025 groei.media