Droom jij ervan om ’s ochtends de gordijnen open te doen en je eigen paarden in de achtertuin te zien grazen? Het houden van paarden aan huis is fantastisch, maar het brengt ook een enorme verantwoordelijkheid met zich mee. Je bent niet alleen ruiter, maar ook stalmeester, voedingsdeskundige en terreinbeheerder.
Om te voorkomen dat jouw droom verandert in een nachtmerrie van modder en gezondheidsproblemen, hebben we de 5 belangrijkste pijlers voor een gelukkig paardenleven op een rijtje gezet.
1. Een paard is nooit alleen
Dit is regel nummer één: een paard is een kuddedier. Een paard alleen in een weiland is een ongelukkig paard, hoeveel aandacht jij hem ook geeft. Menselijk contact kan nooit soortgenoten vervangen.
Zorg dus altijd voor minimaal één maatje. Dit hoeft geen groot rijpaard te zijn; een Shetlandpony of een gezelschapspony kan al genoeg zijn om die essentiële sociale interactie en veiligheid te bieden.
2. De bodem is de basis van gezondheid
Bij een weiland denk je misschien: “Het is groen, dus het is goed.” Dat is een gevaarlijke misvatting.
Een weiland voor paarden stelt hele andere eisen dan een gazon of een koeienwei. Te rijk gras kan leiden tot hoefbevangenheid, terwijl een tekort aan mineralen in de bodem zorgt voor broze botten en een slechte weerstand.
Ga niet zomaar in het wilde weg kalk of kunstmest strooien. Je moet weten wat er in je grond zit. Een professioneel bodemonderzoek is voor de doe-het-zelf paardenhouder tegenwoordig heel makkelijk aan te vragen. Je stuurt een monster van je grond op (bijvoorbeeld naar specialisten als Dumea Shop) en krijgt precies te horen welke voedingsstoffen jouw wei mist. Zo voorkom je dat je paarden ziek worden van hun eigen gras.
3. Schuilmogelijkheden zijn verplicht
Paarden kunnen over het algemeen prima tegen kou, maar ze hebben een hekel aan voortdurende regen en harde wind. Zeker in de Nederlandse herfst en winter is een goede schuilstal geen overbodige luxe, het is noodzaak.
Zorg voor een droge inloopstal met een verharde bodem, zodat ze niet de hele dag in de modder staan. Dit voorkomt mok (een vervelende beenaandoening) en rotstraal in de hoeven.
4. Beweging, beweging, beweging
In de natuur lopen paarden tientallen kilometers per dag. In een vierkante paddock of stal staan ze veel te veel stil. Probeer je terrein zo in te richten dat bewegen wordt gestimuleerd.
Dit kun je doen door het concept van een ‘Paddock Paradise’ toe te passen: maak paden rondom je weide in plaats van één groot vierkant vlak. Zet het hooi op de ene plek en het water op de andere. Zo moeten de paarden ‘reizen’ voor hun voorzieningen, wat hun spijsvertering en conditie enorm ten goede komt.
5. De onzichtbare kostenpost: Mestafvoer
Dit is het minst sexy onderdeel van paarden houden, maar wel een waar veel mensen zich op verkijken: mest. Een paard produceert gemiddeld 7 tot 9 mestballen per dag. Dat is duizenden kilo’s per jaar!
Je moet vooraf een plan hebben. Waar laat je het? Heb je een goede mestplaat? En heb je afspraken met een boer of een mestafvoerbedrijf die het komt ophalen? Een slecht mestbeleid zorgt voor wormbesmettingen in je wei en stankoverlast voor de buren.
Paarden aan huis houden is hard werken, maar als je de basis (gezelschap, huisvesting en een gezonde bodem) goed geregeld hebt, krijg je er ontzettend veel voor terug. Begin bij de basis en zorg dat je weiland veilig is, dan volgt de rest vanzelf.
