De slijkspringer (Periophthalmus spp.) is een van de meest bizarre vissen op aarde. Hij leeft niet alleen in het water, maar ook op het land, en heeft een hele reeks aanpassingen die hem tot een echt evolutionair wonder maken. Hier zijn 12 fascinerende weetjes over deze unieke vis.
1. Slijkspringers zijn vissen die op het land kunnen leven
In tegenstelling tot de meeste vissen brengen slijkspringers een groot deel van hun leven buiten het water door. Ze kunnen zich voortbewegen op modderige oevers en mangroven, waar ze op zoek gaan naar voedsel of rivalen imponeren.
2. Ze ademen door hun huid en mond
Slijkspringers kunnen zuurstof opnemen via hun huid en slijmvliezen in de mond. Dit werkt alleen als ze vochtig blijven, dus ze rollen vaak in de modder of duiken in het water om uitdroging te voorkomen.
3. Ze gebruiken hun borstvinnen als pootjes
In plaats van te zwemmen zoals andere vissen, “lopen” slijkspringers op hun borstvinnen. Ze kunnen zich hiermee vooruit duwen over modderige bodems en zelfs kleine sprongetjes maken.
4. Slijkspringers kunnen echt springen
Hun naam is niet voor niets ‘slijkspringer’! Ze kunnen tot twee meter ver springen, een indrukwekkende prestatie gezien hun kleine formaat. Dit helpt hen om roofdieren te ontwijken of een territorium te veroveren.
5. Ze bouwen holen in de modder
Slijkspringers graven ondergrondse holen in modderige oevers, die ze vullen met een luchtbel. Dit hol dient als schuilplaats en kraamkamer, waarin ze zuurstof opslaan om te ademen.
6. Slijkspringers zijn agressieve vechters
Mannetjes slijkspringers verdedigen hun territorium fel tegen andere mannetjes. Ze laten hun rugvin rechtop staan, maken sprongen en duwen met hun kop tegen indringers om hun dominantie te laten zien.
7. Ze hebben enorme, uitpuilende ogen
Slijkspringers hebben grote, bolle ogen die bovenop hun kop zitten. Dit geeft hen een breed gezichtsveld en stelt ze in staat om zowel onder als boven water hun omgeving in de gaten te houden.
8. Ze kunnen hun ogen onafhankelijk van elkaar bewegen
Net als een kameleon kan een slijkspringer zijn ogen onafhankelijk van elkaar draaien. Dit helpt hen om roofdieren in de gaten te houden én om prooien te lokaliseren.
9. Ze kunnen hun eigen zuurstofbel creëren
Wanneer slijkspringers hun ondergrondse holen in duiken, nemen ze een luchtbel mee door zuurstof in hun mond op te slaan. Zo kunnen ze onder water blijven ademen in hun hol, zelfs als er weinig zuurstof beschikbaar is.
10. Ze eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel
Slijkspringers zijn omnivoren, wat betekent dat ze zowel kleine insecten en kreeftachtigen als algen en planten eten. Dit brede dieet helpt hen om te overleven in wisselende omgevingen.
11. Ze leven vooral in mangroven en moddervlaktes
Slijkspringers komen voor in tropische en subtropische kustgebieden, vooral in mangroves, moerassen en moddervlaktes. Hier vinden ze de ideale mix van water, modder en voedsel.
12. Ze zijn levende bewijzen van evolutie
Wetenschappers beschouwen slijkspringers als een van de beste moderne voorbeelden van hoe vissen zich aan het landleven kunnen aanpassen. Ze laten zien hoe vroege gewervelde dieren mogelijk uit het water kwamen en uiteindelijk amfibieën werden.
De slijkspringer is een fascinerende en unieke vis, die zowel in het water als op het land thuis is. Met hun bizarre manier van bewegen, hun vechtersmentaliteit en hun evolutionaire bijzonderheden blijven ze een van de meest intrigerende wezens van de moddervlaktes!
