We zitten allemaal graag in onze tuin of op ons terras. Zo nu en dan zien we wat wildleven voorbijkomen—vogels, vlinders, bijen en nog veel meer. In deze tijd wordt het voor veel dieren en planten echter steeds moeilijker om een fijne plek te vinden en genoeg voedsel te krijgen. Wil jij de natuur graag een handje helpen? Kijk dan eens naar onderstaande tips om jouw tuin diervriendelijker te maken.
1. Hang een vogelhuisje op of leg vogelvoer neer
Het ophangen van een vogelhuisje of het uitleggen van vogelvoer zorgt ervoor dat vogels jouw tuin bezoeken. Zij zijn een belangrijk deel van het ecosysteem van jouw tuin en zijn ook nog leuk om naar te kijken. Hang je huisje hoog op in een beschut deel en geef in de lente voedsel rijk aan proteïne, zoals vetballen. In de winter kan je het beste zaden geven. Heb je veel katten in de buurt? Plaats de voeder dan dicht bij een goed beschutte struik, zodat de vogels kunnen schuilen. Nog een bonus tip, houdt de lidl folder van deze week in de gate, vaak heeft deze supermarkt leuke aanbiedingen op tuin producten.
2. Gebruik compost
Je kan de grond in jouw tuin verrijken met voedingsstoffen door compost te gebruiken. Je kan compost ook zelf maken! Je wilt natuurlijk liever geen ratten in jouw tuin krijgen, dus voeg in dit geval alleen rauw, ongekookt eten toe aan jouw compost. Hiermee creëer je een fijne omgeving voor wormen, houtluizen en veel meer insecten. Zelfs kikkers houden van een rijke bodem.
3. Laat het gras groeien
Tegenwoordig zie je steeds vaker kunstgras of tegels in de achtertuin. En zelfs wanneer je gras hebt, wordt dit vaak kort gehouden. Doe het eens anders! Als je een deel in jouw achtertuin met gras bezaaid en dit langer laat groeien, creëer je een fantastische plek voor vele planten en insecten. Denk bijvoorbeeld aan wilde bloemen, zoals madeliefjes en paardenbloemen, en insecten, zoals vlinders. Een leuke bonus: je hoeft hiermee slechts één keer in de vier weken jouw gras te maaien. Dat scheelt je weer tijd.
4. Laat een gat in jouw schutting
Het zal waarschijnlijk niet snel in je opkomen om een gat in jouw mooie schutting te maken, maar hiermee maak je een mooie doorgang voor egels en kikkers. Zo kunnen ze van tuin naar tuin bewegen. Dit helpt om verschillende habitatten met elkaar te verbinden. Je kan kiezen om, in plaats van een houten of stenen omheining, boompjes als omheining te gebruiken. Dan heb je van nature gaten aan de onderkant, zodat de dieren hier makkelijk langs kunnen.
5. Bouw een insectenhotel
Je kan een insectenhotel tegenwoordig kopen, maar je kan het ook makkelijk zelf maken. Verzamel simpelweg wat stenen, houtjes en rottend hout in je tuin. Al snel zal je hier van allerlei soorten insecten zien, zoals kevers en spinnen.
6. Laat klimplanten groeien
Klimplanten geven een veilige plek aan veel dieren. Een klimop is voornamelijk een erg nuttige plant. Zowel de bloemen als de zaden zijn een goede bron van voedsel en pollen. Daarnaast kunnen vogels en insecten in deze plant schuilen tegen gevaarlijke dieren. De clematis is ook een goede klimplant.
7. Plant bloemen
Bloemen zien er niet alleen mooi uit, ze geven ook voedsel aan vele insecten. Wanneer je bloemen plant, is het goed om te kijken naar de bloeiseizoenen. Zo kan je bloemen planten die in verschillende seizoenen bloeien, zodat je het gehele jaar door mooie kleuren en fijne geuren in jouw tuin hebt. Kies ook zoveel mogelijk voor lokale soorten.
8. Ga eens geen onkruid wieden
We hebben allemaal geleerd dat onkruid in de tuin vervelend is en dat je dit het beste weg kan halen. Maar verschillende soorten onkruid zijn eigenlijk hele nuttige planten. Brandnetels, paardenbloemen en boterbloemen zijn bijvoorbeeld belangrijke bronnen van voedsel voor insecten. Ze zijn erg volhardend en bloeien voor langere tijd, zelfs als het slecht weer is. En als je minder vaak onkruid hoeft te wieden, houd je ook weer meer tijd over om van jouw tuin te genieten.
9. Maak een vijver
Een vijver geeft veel leven aan verschillende soorten dieren en planten. Je hoeft hiervoor geen grote vijver te maken. Zelfs het ingraven van een emmer of trog is al voldoende. Wanneer je wel een grote vijver bouwt, zorg er dan voor dat je voldoende stenen en takken hebt, zodat de beesten in en uit de vijver kunnen. Je kan voor een vijver het beste regenwater zonder chloor gebruiken en waterlelies planten om te voorkomen dat het water stagneert. Voor de plek is het raadzaam om de vijver niet in de volle zon of schaduw te bouwen.