Er zijn dieren die zich helemaal thuis voelen in de bomen. Of ze nu schuilen voor roofdieren, eten vinden of zich gewoon voortbewegen van tak naar tak, het leven hoog boven de grond biedt veel voordelen. In dit artikel nemen we je mee naar de wereld van vreemde dieren die in bomen leven. Van schattige pluizige wezens tot mysterieuze klimmers die je waarschijnlijk nog nooit hebt gezien. Hier zijn dieren die hun leven grotendeels in bomen doorbrengen.
1. Luiaard
Luiaards staan bekend om hun extreem trage manier van leven. Deze dieren brengen het grootste deel van hun leven in bomen, waar ze hun klauwen gebruiken om zich vast te klampen aan takken. Omdat hun stofwisseling zo traag is, hebben ze niet veel energie nodig, en dat komt goed uit in de bomen. Wat deze dieren nog vreemder maakt, is dat ze zo langzaam bewegen dat algen op hun vacht kunnen groeien.
2. Koala
Koala’s brengen bijna hun hele leven door in eucalyptus bomen, waar ze zich voeden met de giftige bladeren. Koala’s hebben een speciaal spijsverteringssysteem dat hen helpt de giftige stoffen in de bladeren te verteren. Ze slapen tot wel 20 uur per dag, waarschijnlijk om de giftige stoffen beter te kunnen verwerken. En ja, ze zijn zo schattig als ze eruitzien.
3. Vliegende eekhoorn
De vliegende eekhoorn is misschien wel een van de meest fascinerende dieren in deze lijst. Hoewel ze niet echt kunnen vliegen, hebben ze een speciale huidplooi tussen hun voor- en achterpoten die hen in staat stelt te “zweven” van boom naar boom. Dit maakt het veel gemakkelijker voor ze om zich snel door de bomen te bewegen zonder ooit de grond te raken.
4. Boomkikker
Boomkikkers brengen hun hele leven door in de bomen van tropische regenwouden. Hun tenen zijn uitgerust met kleine zuignapjes waarmee ze zich gemakkelijk kunnen vastklampen aan bladeren en takken. Deze kikkers zijn klein, maar extreem wendbaar, en hun felle kleuren waarschuwen roofdieren dat ze giftig zijn.
5. Orang-oetan
Deze geweldige mensapen zijn uitstekende klimmers en brengen het grootste deel van hun leven in de bomen door. Orang-oetans zijn veel groter dan de meeste andere boomdieren, maar dat weerhoudt hen er niet van om zich behendig door de jungle te bewegen. Ze maken nesten in de bomen om in te slapen en gebruiken takken als gereedschap om fruit te pakken.
6. Kinkajoe
De kinkajoe, ook wel honingbeer genoemd, is een nachtelijke zoogdier dat diep in de regenwouden van Zuid-Amerika leeft. Met hun lange, grijpbare staart en scherpe klauwen kunnen ze zich gemakkelijk door de bomen bewegen. Ze staan bekend om hun liefde voor nectar, dat ze met hun lange tong uit bloemen likken.
7. Spookdiertjes
Spookdiertjes zijn een klein primatensoort dat vooral in Zuidoost-Azië voorkomt. Deze dieren hebben extreem grote ogen, waarmee ze ’s nachts perfect kunnen zien. Ze zijn uitstekende klimmers en springen van tak naar tak om hun prooi, zoals insecten en kleine vogels, te vangen. Hun lange vingers helpen hen om zich stevig vast te klampen aan takken.
8. Boomiereneter
De tamandua, ook wel boommiereneter genoemd, is een miereneter die perfect aangepast is aan het leven in bomen. Ze gebruiken hun krachtige klauwen om termietennesten open te breken en hun lange tong om de insecten op te likken. Ondanks hun robuuste bouw kunnen ze verrassend goed klimmen.
9. Boomslang
De boomslang is een uiterst giftige slang die, zoals de naam al doet vermoeden, zijn leven voornamelijk in bomen doorbrengt. Ze zijn uitstekende klimmers en gebruiken hun camouflage om zich te verbergen tussen de bladeren terwijl ze wachten op hun prooi. Ondanks hun giftigheid zijn ze meestal vrij schuw en zullen ze zelden aanvallen tenzij ze zich bedreigd voelen.
10. Boomkangoeroe
De boomkangoeroe is een unieke en relatief onbekende soort kangoeroe die, zoals de naam al doet vermoeden, in bomen leeft. In tegenstelling tot hun neven op de grond, zijn deze kangoeroes gespecialiseerd in het klimmen en springen van tak naar tak in de tropische regenwouden van Papoea-Nieuw-Guinea en Noord-Australië. Hun krachtige achterpoten en stevige staarten geven hen de balans en kracht die ze nodig hebben om zich soepel door de bomen te bewegen.
<
