Nederland herbergt een fascinerende verscheidenheid aan duivensoorten, elk met hun eigen unieke kenmerken en leefgewoonten. Van de uitgestrekte bossen tot de bruisende stadscentra, deze vogels zijn een integraal onderdeel van zowel het landelijke als het stedelijke ecosysteem.
Houtduif (Columba palumbus)
De Houtduif is de grootste duivensoort in Nederland en is te herkennen aan zijn grijze verenkleed, witte nekvlek en opvallende witte vleugelstrepen. Deze vogels zijn zeer veelzijdig en kunnen zowel in bossen als in stedelijke gebieden worden gevonden. Ze voeden zich met zaden, granen en vruchten, en zijn bekend om hun karakteristieke, diepe coo-roep.
Stadsduif (Columba livia domestica)
De Stadsduif, vaak gezien in stedelijke omgevingen, is een verwilderde afstammeling van de tamme duif. Ze variëren sterk in kleur, maar hebben vaak een grijs verenkleed met donkere strepen. Deze duiven zijn aangepast aan het leven in de stad en voeden zich vaak met voedselresten die door mensen worden achtergelaten.
Turkse Tortel (Streptopelia decaocto)
De Turkse Tortel is een slanke, lichtbruine duif met een kenmerkende zwarte halsband. Ze zijn een veelvoorkomende verschijning in Nederlandse tuinen en parken. Deze soort is bekend om zijn zachte, herhalende coo-roep en vormt vaak paren die een sterke band met elkaar hebben.
Holenduif(Columba oenas)
De Holenduiflijkt op de Houtduif maar is kleiner en mist de witte nekvlek. Deze soort geeft de voorkeur aan bosrijke gebieden en is minder zichtbaar dan zijn grotere neef. Ze voeden zich met zaden en bessen en hebben een zachte, gedempte roep.
Zomertortel (Streptopelia turtur)
De Zomertortel is een kleine, prachtig getekende duif met een roze-bruine kleur en een geschubd patroon op de vleugels. Deze soort is zeldzaam en staat op de Rode Lijst van bedreigde soorten in Nederland. Ze broeden in dicht struikgewas en voeden zich voornamelijk met zaden van wilde planten.