Spookdiertjes zijn geliefde apen die vooral in het zuidoosten van Azië wonen. Je herkent deze speciale dieren natuurlijk aan hun grote ogen, maar ze zijn ook bijzonder klein. Wil je meer te weten komen over deze leuke diersoort? Lees dan deze top 10 weetjes over spookdiertjes.
10. Ze leefden ooit overal ter wereld
Vroeger waren spookdiertjes in vrijwel ieder werelddeel te vinden. Er zijn fossielen van deze dieren gevonden in Azië, Europa en Noord-Amerika. Dat bekent dat spookdiertjes vroeger een aanzienlijk grotere leefwereld hadden. Vandaag de dag vind je ze namelijk alleen op eilanden van zuidoost Azië. Ze zijn tegenwoordig te vinden op de Filipijnen, Borneo en Sumatra.
9. Hun ogen zijn enorm
Wanneer je aan een spookdiertje denkt, denk je waarschijnlijk meteen aan hun indrukwekkend grote ogen. Het lijkt alsof ze constant met grote verbazing door het leven gaan. Hun ogen zijn dan ook uitzonderlijk groot. Sterker nog: van alle zoogdieren ter wereld hebben spookdiertjes relatief de grootste ogen. De verhouding tussen de rest van hun lichaam en hun ogen is dus uniek. Een oog van deze diertjes heeft gemiddeld een diameter van 16 millimeter en dat terwijl de diertjes maar zo’n 12 centimeter groot is. Hierdoor weegt een oog net zoveel als hun hersenen.
8. Ze kunnen hun hoofd ver draaien
Voor dieren in het wild is het belangrijk dat ze hun omgeving goed in de gaten kunnen houden. Daar heeft iedere diersoort weer een aantal trucjes voor. Het spookdiertje heeft als voordeel dat hij zijn hoofd ontzettend ver kan draaien. Het is geen enkel probleem om een draai van 180 graden te maken. Dat betekent dat hij niet alleen recht naar voren kan kijken, maar ook recht naar achteren. De nekwervels van het dier zijn speciaal aangepast voor deze bijzondere kwaliteit.
7. Ze kunnen ver springen
Wanneer je goed naar een spookdiertje kijkt, zal je merken dat zijn achterpoten een stuk langer zijn dan zijn voorpoten. Hun achterpoten zijn niet alleen ontzettend lang, maar ook nog eens heel sterk. Deze combinatie zorgt ervoor dat de dieren in staat zijn om erg ver te springen. Een sprong van vijf meter is geen enkel probleem voor de diertjes, terwijl dit een afstand is van minstens veertig keer hun eigen lengte. Spookdiertjes kiezen er ook vaak voor om zich vooruit te bewegen door van de ene naar de andere tak te springen, terwijl ze ook gewoon kunnen lopen.
6. Hun lange vingers zijn plakkerig
Om lang aan een tak te kunnen hangen, moet je natuurlijk wel goede grip hebben. Dat is geen enkel probleem bij spookdiertjes, want zij hebben relatief lange vingers. Hiermee grijpen ze iedere tak goed vast en voorkomen ze dat ze vallen. Ze hebben bovendien wat extra grip doordat hun vingers ook plakkerig zijn. Zo hoeven ze een stuk minder kracht te zetten om netjes op hun plek te blijven.
5. Hun hersenen functioneren anders dan andere aapsoorten
Spookdiertjes horen bij de primaten en zijn dus een aapsoort. Toch lijken ze niet helemaal op hun soortgenoten. Hun hersenen hebben namelijk een unieke verbinding met hun ogen. Andere apen hebben deze connectie niet. Volgens onderzoekers betekent dit dat spookdiertjes bij de eerste aapsoorten ter wereld horen.
4. Spookdiertjes zijn klein
Spookdiertje behoren tot de kleinste primaten op aarde. De Microcebus berthae (dwergmaki) is met een lengte van 9 centimeter (exclusief de staart) het kleinst. De tweede plaats is een gevecht tussen het dwergzijdeaapje en het spookdiertje. Beide hebben ze een lichaamslengte van ongeveer 12 centimeter. Dit is exclusief de staart die bij spookdiertjes zo’n 20 centimeter lang is.
3. Het is de enige aap die alleen vlees eet
Bijna alle apen genieten op zijn tijd wel van een lekker insect of een ander levend hapje. Voor spookdiertjes is dit het enige wat op het menu staat. De dieren trakteren zichzelf niet op een stukje fruit of lekkere groene bladeren, maar eten alleen vlees. Vogels, slangen, insecten en hagedissen zijn allemaal niet veilig voor de diertjes. Met hun sterke klauwen weten ze hun prooi gemakkelijk te vangen.
2. Hun baby’s zijn relatief groot
Wanneer een spookdiertje een baby krijgt, heeft haar kind een grootte van minstens 25 procent van haar lichaamsgewicht. Dat betekent dat de baby’s uitzonderlijk groot zijn. De kleintjes zijn dan ook snel zelfstandig. Ze hebben meteen hun ogen open en kunnen op hun eerste levensdag al in bomen klimmen. Toch kiezen veel moeders ervoor om hun kleintjes op hun rug te dragen.
1. Ze maken veel geluid
Spookdiertjes hebben een uitgebreid taalsysteem met allerlei soorten geluiden. Hiermee proberen ze anderen te waarschuwen voor gevaar, maar geven ze ook aan dat ze honger hebben. Ze kunnen hun kinderen roepen, speelse geluiden maken en natuurlijk met elkaar flirten. Een paartje spookdieren is zelfs in staat om een soort duet te zingen.