Op de wereld lopen meer dan twintig soorten egels, waarvan een gedeelte tot de haaregels en een gedeelte tot de stekelegels behoort. Haaregels komen voor in Zuidoost-Azië en hebben niet de voor deze dieren kenmerkende stekels, maar zien er door hun vacht eerder uit als huismuizen of ratten. Van de stekelige versie van dit zoogdiertje kun je er vijf tegenkomen in Europa.
Europese egel/gewone egel
Wanneer je een egel in jouw tuin aantreft, is het ongetwijfeld een Erinaceus Europaeus, oftewel de Europese egel. Deze soort is van kop tot staart ongeveer 20 à 30 centimeter groot. De stekels zijn bruingrijs en de vachtkleur loopt uiteen van donkerbruin tot geel- en grijsbruin met een bruine vlek op de borst. Een donkerkleurig, V-vormig masker maakt zijn look helemaal af. Deze insecteneter scharrelt graag in de schemer en ’s nachts rond op zoek naar lekkere hapjes, zoals slakken en wormen. Dit solitair levende dier houdt een winterslaap. Ter voorbereiding kweekt de Europese egel tot en met november een flink vetlaagje en zoekt hij dan zijn holletje op om in een diepe slaap te gaan tot eind april. Tijdens de winterslaap daalt zijn lichaamstemperatuur van 35,5 naar ongeveer 5 graden Celsius en ook zijn ademhaling en hartslag dalen aanzienlijk. Ondanks deze ‘spaarstand’ verliest de egel gedurende zijn winterslaap ongeveer 25 procent van zijn lichaamsgewicht.
Oost-Europese egel
De Oost-Europese egel is kleiner dan zijn gewone soortgenoot en heeft zelden een maskertje. Verder is het verschil met de Europese egel lastig te zien, al zijn er wat kleine verschillen tussen de schedels en is de vlek op de keel en borst bij deze egel wit. De Oost-Europese egel houdt een kortere winterslaap en in het zuidelijke gedeelte van zijn leefgebied zijn de temperaturen zo aangenaam dat hij helemaal geen winterslaap nodig heeft.
Witborstegel
Tot voor kort werd er geen onderscheid gemaakt tussen deze egel en de Oost-Europese egel. Ze lijken dan ook erg op elkaar en beide hebben een witte vlek op de borst. Over het algemeen zijn zowel de pennen als de vacht van deze soort wat lichter van kleur.
Algerijnse egel
De Algerijnse egel (Atelerix algirus) komt in Europa onder andere aan de oostkust van Spanje voor. Qua uiterlijk verschilt hij in diverse opzichten duidelijk van andere egelsoorten. Zo heeft hij bredere oren, lichtere stekels en is ook zijn snuitje breder. Zijn vacht is (grotendeels) wit en ook heeft hij een zichtbare nek.
Langooregel
Het is wel duidelijk waar deze prikker zijn naam aan dankt: zijn schattige, grote oren. Deze soort komt niet veelvuldig in Europa voor en je treft hem alleen aan op Cyprus en in sommige delen van Oost-Europa. Zijn stekels zijn korter en hij is wat kleiner dan zijn Europese familielid. Dankzij zijn langere ledematen is hij wel sneller dan andere stekelegels.
Mocht je de beschikking hebben over een tuin en egels een warm hart toedragen, overweeg dan eens om ‘tuinhouder’ te worden. De Egelbescherming is regelmatig op zoek naar mensen die hun tuin ter beschikking willen stellen als uitzettuin of uitwentuin. Ook kun je zelf je tuin ‘egelproof’ maken, bijvoorbeeld door in het najaar bladafval te laten liggen, of een speciaal egelhuis in je tuin te plaatsen.