Als je iemand vraagt waar hij bang voor is, is de kans groot dat slangen tussen de antwoorden staan. Dat is opvallend, want slangen zullen je zelden achternazitten om je op te eten, zoals sommige andere wilde dieren wel doen.
Toch hebben deze kruipende dieren iets waardoor ze in veel nachtmerries voorkomen. Komt dat door de Bijbel, waarin de slang symbool staat voor verleiding en verraad? Of door de talloze mythes waarin ze een rol spelen?
Zeker is dat slangen zowel fascinerend als gevaarlijk kunnen zijn, maar ook dat hun pootloze vorm veel mensen instinctief afschrikt. De evolutie heeft ze uitgerust met een reeks merkwaardige, maar uiterst nuttige eigenschappen.
1. Vliegende slang

De vliegende slang bestaat echt. Deze Zuid- en Zuidoost-Aziatische soort (geslacht Chrysopelea) kan door de lucht zweven door zich van boom tot boom te laten glijden. Terwijl ze springt, spreidt ze haar ribben en trekt haar buik in, waardoor haar lichaam platter en aerodynamischer wordt. Zo kan ze tot wel 100 meter ver zweven.
2. Madagaskarbladneusslang

Deze merkwaardige slang leeft in de bossen van Madagaskar. Het opvallende neusaanhangsel (puntig bij mannetjes, bladvormig bij vrouwtjes) helpt bij camouflage tussen bladeren en takken. De soort is licht giftig maar niet gevaarlijk voor mensen. De beet is wel pijnlijk, maar zelden ernstig.
3. Hoornadder

De hoornadder (Cerastes cerastes) leeft in de woestijnen van Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Boven elk oog heeft hij een klein hoorntje dat hij zelfs kan intrekken. Het nut ervan is niet volledig duidelijk, maar vermoedelijk helpen ze om zand uit de ogen te houden wanneer de slang zich ingraaft. Zijn giftige beet is gevaarlijk, maar meestal niet dodelijk voor mensen.
4. Tentakelslang

De tentakelslang (Erpeton tentaculatum) leeft in het water van Zuidoost-Azië en is uniek in de slangenwereld. Ze heeft twee kleine tentakels aan haar snuit waarmee ze bewegingen in het water voelt. Daarmee detecteert ze vissen nog voordat die haar zien. De slang is niet giftig en leeft uitsluitend van kleine vissen.
5. Tetracheilostoma carlae

Deze soort uit Barbados is de kleinste slang ter wereld. Ze wordt slechts 10 centimeter lang en lijkt op een regenworm. Ze leeft onder stenen en voedt zich met termieten en larven. De soort is zeldzaam en pas in 2008 wetenschappelijk beschreven.
6. Melanophidium bilineatum

Deze slang uit de West-Ghats in India wordt ook wel de “iriserende schildstaartslang” genoemd. Haar huid glanst in regenboogkleuren wanneer er licht op valt. Er zijn slechts enkele exemplaren bekend. De soort leeft onder de grond en is ongevaarlijk voor mensen.
7. Iwasaki-slakkeneter

De Iwasaki-slakkeneter leeft in Japan en eet, zoals de naam zegt, slakken. Door zijn asymmetrische kaken kan hij alleen slakken eten waarvan het huisje rechtsom (met de klok mee) draait. Dat is zo’n 90% van alle slakken. Er zijn aanwijzingen dat sommige slakken evolueren naar linksom gedraaide huisjes om aan deze slang te ontsnappen.
8. Heterodon platirhinos

De Amerikaanse Heterodon heeft een naar boven gerichte neus waarmee hij zich in zand kan ingraven. Hij is niet giftig, maar bekend om zijn spectaculaire toneelspel: hij spreidt zijn nek als een cobra en sist luid om vijanden af te schrikken. Werkt dat niet, dan rolt hij zich op zijn rug, steekt zijn tong uit en speelt dood — tot zelfs de geur van rotting nabootst.
9. Pseudocerastes urarachnoides

Deze zeldzame Iraanse adder heeft een buitengewoon staartuiteinde dat lijkt op een spin. Het “nep-spinnetje” beweegt hij als lokaas om vogels aan te trekken die op spinnen jagen. Zodra een vogel dichtbij komt, slaat de slang razendsnel toe. Deze soort is pas in 2006 ontdekt en behoort tot de meest bijzondere roofslangen ter wereld.