Nieuw-Zeeland is een bijzonder land dat bekend staat om zijn prachtige natuur. In deze mooie landschappen wonen ook een aantal speciale dieren die je nergens anders ter wereld tegenkomt. Ben je benieuwd geworden? Lees dan verder, want hier vind je een lijstje met de twintig dieren die alleen op Nieuw-Zeeland voorkomen.
Kiwi
De kiwi is misschien wel een van de beroemdste dieren die alleen op Nieuw-Zeeland te vinden is. De inwoners van Nieuw-Zeeland worden niet voor niets kiwi’s genoemd! Het zijn loopvogels die opvallen met hun lange veren en nog langere snavel. In tegenstelling tot veel andere vogels, heeft de kiwi een ontzettend sterk reukvermogen. Zo weet hij altijd smakelijke hapjes te vinden wanneer hij in het donker op jacht is.
Nieuw-Zeelandse vleermuis
Er zijn over de hele wereld vleermuizen te vinden, maar deze soort leeft alleen op Nieuw-Zeeland. Hoewel de meeste vleermuizen echte vliegers zijn, houdt de Nieuw-Zeelandse vleermuis het liever dichter bij de grond. Ze zoeken voornamelijk naar hapjes op de grond en relaxen in bomen. Ze hebben daardoor ook kortere poten, die vooral geschikt zijn om te lopen en kruipen.
Hectordolfijn
De hectordolfijn heeft zijn naam te danken aan James Hector, een onderzoeker en curator van het Colonial Museum in de Nieuw-Zeelandse hoofdstad Wellington. Deze dolfijnen kunnen tot wel 1,5 meter lang worden en vallen op dankzij hun zwarte staart en rugvin. Hun buik en keel is bovendien wit, terwijl hun rug gewoon grijs is. De hectordolfijn staat bovendien bekend om zijn speelse karakter. Hij is echt trouw aan Nieuw-Zeeland, want de dolfijn blijft altijd in de buurt van de kust.
Kea
Ook de kea is een vogel die alleen op Nieuw-Zeeland te vinden is. Het is een papegaaiachtige die je herkent aan zijn erg spitse en kromme snavel. De kleuren van de kea zijn bijzonder. Wanneer je hem rustig ziet zitten lijkt hij alleen donkergroen te zijn, maar zodra hij gaat vliegen worden de feloranje veren onder zijn vleugels zichtbaar. Ze hebben een beperkt leefgebied, want de papegaai is voornamelijk rondom Mount Cook te vinden.
Hamilton’s Kikker
Harold Hamilton had een grote collectie Hamtilton-kikkers, waardoor deze kikkersoort al snel naar hem vernoemd werd. De kikkers zijn relatief klein, met een maximale lengte van ongeveer 53 millimeter. Ze hebben een lichtbruine kleur, al hebben sommige soorten ook een subtiele groene tint. De broedgewoontes van deze kikkers zijn bijzonder, want het mannetje blijft achter met de eitjes. Hij bewaart ze op zijn rug en beschermt ze tot ze uit kunnen komen.
Geeloogpinguïn
Pinguïns leven niet alleen op de zuidpool, maar ook op Nieuw-Zeeland. De geeloogpinguïn is meteen een exemplaar met een opvallend uiterlijk. Hij heeft een grote gele streep die over zijn ogen naar de achterkant van zijn kop loopt. Natuurlijk hebben zijn ogen ook een felgele kleur. De dieren leven vooral in het zuidelijke gedeelte van Nieuw-Zeeland, waar ze op kabeljauw en pijlinktvis jagen.
Chevron skink (Oligosoma homalonotum)
De chevron skink is een relatief grote skink die vooral in de bossen van Nieuw-Zeeland woont. Hij kan zich verstoppen onder water, maar dat redt hem niet altijd. Deze dieren worden namelijk met uitsterven bedreigd doordat ze opgejaagd worden door ratten. Het beestje heeft zijn naam te danken aan het chevronpatroon dat op zijn rug te vinden is. Het is bovendien het de grootste hagedis van Nieuw-Zeeland, met een lengte van gemiddeld 30 centimeter.
Dwergpinguïn
Nog een pinguïnsoort die alleen op Nieuw-Zeeland woont. De dwergpinguïn heeft een uitzonderlijk klein formaat, met een gemiddelde lengte tussen de 30 en 40 centimeter. Ze hebben een donkerblauwe kleur, terwijl hun buik en borst een witte kleur hebben. Dat heeft een belangrijke functie, want dankzij deze witte kleur valt de pinguïn niet op wanneer hij in zee zwemt. Roofdieren in het water zien hem namelijk niet door de weerspiegeling van de zon.
Nieuw-Zeelandse zeebeer
Een van de roofdieren die het op pinguïns gemunt heeft, is de Nieuw-Zeelandse zeebeer. Dit is een zeeleeuwachtige die alleen rondom de kust van Nieuw-Zeeland leeft. Ze kunnen maar liefst 2,5 meter lang worden en wegen daardoor gemakkelijk 185 kilo. De Nieuw-Zeelandse zeebeer valt op dankzij zijn spitse kop met een ronde snuit. Hij heeft bovendien lange snorharen en manen die zijn kop en schouders bedekken.
Tuatara
De tuatara wordt ook wel de brughagedis genoemd. Deze hagedissensoort staat erom bekend dat hij door de jaren heen nauwelijks is veranderd. Er zijn schedels van 200 miljoen jaar geleden gevonden die er nog exact hetzelfde uitzien. Veel mensen noemen deze dieren dan ook levende fossielen. Wat de tuatara nog meer bijzonder maakt, is dat hij moeiteloos kan overleven in een koud klimaat. Dit in tegenstelling tot vrijwel iedere andere hagedis op aarde.
Toei
De toei is een kleurrijke vogel die in de bossen van Nieuw-Zeeland leeft. Zijn naam komt van het geluid dat de vogel maakt, waar Nieuw-Zeelanders hem meteen aan herkennen. Van een afstand lijken de dieren op merels, maar wanneer je ze van dichtbij bekijkt zal je merken dat ze een stuk kleurrijker zijn. De mannetjes proberen indruk te maken op de vrouwtjes door witte bellen op hun borst op te blazen.
Maori-belhoningvogel
Ook de maori-belhoningvogel is een zangvogel die op Nieuw-Zeeland leeft. Wanneer deze vogel zingt, lijkt het net alsof je een perfect gestemd klokkenspel hoort. De mannetjes hebben een bijzonder uiterlijk met olijfgroene veren en een donkerpaarse kop. De kleuren zijn bij vrouwtjes iets meer ingetogen. Maori-belhoningvogels zijn op alle eilanden van Nieuw-Zeeland te vinden.
Nieuw-Zeelandse vruchtenduif
Wanneer je van een afstand naar de Nieuw-Zeelandse vruchtenduif kijkt, zal je opvallen dat hij een bijzondere tekening op zijn lijf heeft. Hij wordt niet voor niets ook wel de tuinbroekduif genoemd. Hij heeft een groene kop en een witte borst, met twee witte bandjes die over zijn schouders lopen. De duif geniet vooral van de vele vruchten die in de bossen van Nieuw-Zeeland groeien, al houdt hij ook van bladeren en scheuten wanneer het winter is.
Nieuw-Zeelandse boeboekuil
De Nieuw-Zeelandse boeboekuil is relatief klein, met een gemiddelde lengte van 26 tot 29 centimeter. Naast zijn kleine formaat valt hij ook op dankzij de bijzondere tekening op zijn gezicht. Hij heeft donkere vlekken rondom zijn ogen, met witte strepen die deze donkere vlekken accentueren. Daarom wordt er ook wel gezegd dat deze uil een masker draagt. De Nieuw-Zeelandse boeboekuil kan in allerlei gebieden overleven, waardoor hij ontzettend veel voorkomt in de natuur van dit land.
Nieuw-Zeelandse valk
Heb je een biljet van twintig Nieuw-Zeelandse dollar in je hand? Dan zie je een afbeelding van deze vogelsoort. De Nieuw-Zeelandse valk is een roofvogel die vooral op andere, kleinere vogels jaagt. De vrouwtjes zijn net wat groter dan mannetjes, maar verder hebben ze allebei een typisch uiterlijk met donkerbruine veren en witte stippen.
Nieuw-Zeelandse zeeleeuw
De Nieuw-Zeelandse zeeleeuw is een stuk groter dan de Nieuw-Zeelandse zeebeer, want deze zeeleeuwen kunnen maar liefst 3,5 meter lang worden. Sommige mannetjes wegen dan ook 450 kilo. De dieren vallen op doordat ze een relatief kleine kop hebben. Ze zijn vooral te vinden in het zuiden van Nieuw-Zeeland, waar ze op kleine eilandjes rondom de kust leven. Hier jagen ze vooral op vissen, maar ook kleine pinguïns en jonge zeeberen staan op het menu.
Maoriwaaierstaart
Deze vogelsoort is slechts 14 tot 17 centimeter groot, maar zeker niet lastig om te spotten in het wild. Het zijn namelijk geen schuwe beestjes, waardoor ze vaak in de buurt komen van mensen en ook in hun tuinen zitten. De Maoriwaaierstaart dankt zijn naam aan de bijzondere vorm die zijn staart aanneemt, met witte en zwarte veren die samen een mooie waaier maken. Ze zitten bovendien nooit stil, want ze zijn altijd op zoek naar kleine insecten om te eten.
Maorivliegenvanger
Ook dit is een kleine zangvogel die je van nature alleen in Nieuw-Zeeland tegenkomt. De maorivliegenvanger is gemiddeld 13 centimeter lang en valt op door zijn witte borst en zwarte kop en rug. In totaal zijn er vijf verschillende soorten, die allemaal op een ander eiland van Nieuw-Zeeland leven. Zoals de naam al aangeeft, vangen deze vogels voornamelijk insecten. Daarnaast snoepen ze ook graag van rijp fruit.
Zuidereilandvliegenvanger
Het is dat hij geen rode borst heeft, maar verder lijkt de zuidereilandvliegenvanger enorm veel op een roodborstje. Dit vogeltje heeft alleen een witte borst en een donkergrijze kop. De vrouwtjes hebben bruine vleugels en een grijze borst. De diertjes genieten van de rust in de Nieuw-Zeelandse bossen, maar leven ook in drukke steden.
Geelbandhoningeter
De geelbandhoningeter is de laatste diersoort die alleen op Nieuw-Zeeland voorkomt. Het spreekt voor zich dat dit vogeltje een gele band over zijn lijf heeft lopen, precies tussen de borst en de kop. Dat geldt alleen voor de mannetjes, want de vrouwtjes hebben een minder opvallende kleur. Het is inmiddels een beschermde diersoort, omdat de dieren sterk bedreigd worden door de zwarte rat.