Japan is niet alleen een land met een rijke cultuur. Het heeft namelijk ook een rijk natuurleven met een aantal bijzondere dieren die je alleen maar in dit land tegenkomt. De dieren zijn ook nog eens enorm divers. Wil je meer te weten komen over de beestjes die in dit land leven? Je leest er meer over in de top 15 Japanse dieren.
Japanse wasbeerhond
De Japanse wasbeerhond is een dier dat veel voorkomt in manga, anime en verschillende Japanse folklore. Net als in de verhalen is het een schattig dier dat zowel op een wasbeer als een hond lijkt. Het zijn nachtdieren die in grote families leven. Ze hebben het vooral op kleine dieren gemunt en ze leven het liefste op het platteland. In verhalen zijn het vaak speelse en ondeugende dieren, die tegelijkertijd goed te vertrouwen zijn. Ze kunnen mensen wel voor de gek houden. Ondanks deze ondeugende kant zijn het erg geliefde dieren in de Japanse cultuur, met verschillende standbeelden om de dieren te eren.
Bengaalse tijgerkat
Bengaalse tijgerkatten hebben het formaat van een gemiddelde huiskat, maar stippen op hun vacht die aan een luipaard doen denken. Ze leven op twee Japanse eilanden: Iriomote en Tsushima en kunnen daarom ook in twee ondersoorten verdeeld worden, gebaseerd op het eiland waar ze leven. De soort op Tsushima is met uitsterven bedreigd, met niet meer dan honderd levende Bengaalse tijgerkatten. Op het eiland Iriomote leven er nog ongeveer 250 van deze dieren.
Sikahert
Het sikahert is een wild dier dat alleen in bepaalde delen van Oost-Azië leeft. Een groot deel van de hele populatie leeft in Japan, omdat hun natuurlijke vijand de wolf hier niet meer voorkomt. De dieren hebben opvallende stippen op de zijkant van hun lichaam en een donkerbruine of zwarte vacht. In de winter is hun vacht het donkerste. Het sikahert voelt zich snel op zijn gemak tussen mensen, waardoor je de dieren regelmatig in dorpen en steden kunt zien. Een groot deel van de sikaherten leeft in het beroemde Nara Park, waar honderden herten vrij rondlopen.
Oeraluil
Deze uilensoort komt oorspronkelijk uit Japan en wordt ook wel de Ezo Fukuro genoemd. Dit is afgeleid van twee Japanse woorden: “Ezo”, wat de oude naam is voor het eiland Hokkaido waar de uil leeft, en “Fukuro”, wat het Japanse woord voor uil is. Net als alle andere uilensoorten is ook de oeraluil een echt nachtdier, maar soms zijn ze overdag actief. Ze zitten vaak op stroomdraden of lantaarnpalen. Meestal herken je de dieren eerst aan hun typische geluid, waarna je ze pas ergens in de verte ziet zitten.
Amamikonijn
Ook dit dier dankt zijn naam aan de plek waar je hem kunt vinden. Het amamikonijn leeft namelijk op het eiland Amami. Je kunt het onderscheiden van andere konijnensoorten dankzij zijn unieke uiterlijk. De konijnen hebben korte poten, korte oren en een dikke, donkerbruine vacht. De klauwen aan hun voorpoten zijn ontzettend sterk en bijna helemaal recht, terwijl de klauwen aan de achterpoten wat meer krom zijn. De dieren hebben een primitief uiterlijk, waardoor er gedacht wordt dat het een nakomeling is van bepaalde konijnensoorten die in de oudheid in Eurazië leefden.
Ezo Naki Usagi
Dit schattige beestjes wordt ook wel het huilend konijn genoemd. Hij is familie van de noordelijke fluithaas en de dieren leven op het eiland Hokkaido. Hier leven ze voornamelijk van kruiden, varens en paddenstoelen. Er wordt gedacht dat dit beestje de inspiratie was voor de wereldberoemde Pokémon Pikachu. De gelijkenissen zijn er in ieder geval, want het ontwerp van pikachu is gebaseerd op kleine knaagdieren.
Pteromys momonga
De pteromys momonga wordt ook wel een kleine vliegende eekhoorn genoemd. De dieren hebben grote ronde ogen, korte poten en platte staarten. Hierdoor lijken ze rechtstreeks uit een manga te komen. De beestjes leven het liefste in bossen op de eilanden Honshu en Kyushu. Hier komen ze ’s nachts hun nesten uit om eten te zoeken, zoals bladeren, plantenknoppen en boomschors. Tijdens het eten hangen ze aan de boom. Ze hebben een dun membraan tussen hun romp en poten, waardoor ze in staat zijn om te “vliegen” of glijden wanneer ze van de ene naar de andere boom springen.
Japanse makaak
Ook apen komen voor in Japan, met de Japanse makaak als een van de bekendste soorten. De dieren hebben een roze gezicht en hun vacht heeft een grijze tot gele kleur. De mannetjes kunnen maar liefst 11,3 kilo wegen en een lengte van 57 centimeter bereiken. De vrouwtjes zijn iets kleiner met 8,4 kilo en 52,3 centimeter. Hun staart is relatief kort. De dieren leven voornamelijk in groene bossen, maar ze kunnen ook goed overleven in gebieden die een temperatuur van -20 °C bereiken. De vrouwtjes leven vooral in de bomen, terwijl de mannetjes veilig op de grond blijven.
Japanse bosgems
De Japanse bosgem is eigenlijk te beschrijven als een mix tussen een geit en antilope. Ze hebben een ruige bos horen en hun vacht is wit tot zwart. Hun poten kunnen juist weer donkerbruin zijn, net als hun nekharen. Zowel de mannetjes als vrouwtjes hebben korte hoorns die 8 tot 15 centimeter lang kunnen worden. De dieren leven vooral in de bossen, waar ze zich goed kunnen camoufleren. Ze leven voornamelijk van coniferen en zijn meestal alleen te vinden. Soms gaan ze liever als paartje op zoek naar iets lekkers.
Groene fazant
Een fazant is niet zo bijzonder, maar een groene fazant is alleen in Japan te vinden. Deze dieren worden als de nationale dieren van Japan gezien. De mannetjes vallen op dankzij de donkergroene veren rondom hun borst en nek. Ze zijn verder blauw-paars, rood en grijs. De vrouwtjes vallen een stuk minder op met hun korte staart en bruin tot zwarte veren. De groene fazant leeft het liefste in grasland en bossen. Ze broeden hier tussen april en mei, waarbij de vrouwtjes zes tot twaalf eieren per keer leggen.
Chinese kraanvogel
Hij heet de Chinese kraanvogel, maar hij komt ook voor in Japan. Het dier wordt als een teken van geluk gezien en heeft een rode kap bovenop zijn kop. Verder hebben de dieren witte en zwarte veren. De mannetjes vallen op met een zwarte nek en wangen, terwijl de vrouwtjes een onopvallende grijze kleur hebben. Ze zijn relatief lang, want de dieren kunnen tot wel 158 centimeter lang worden. Je komt ze vooral tegen in gebieden met veel water, dus bij rivieren, meren en moerassen. Hier eten ze voornamelijk vissen, riet en andere waterplanten.
Doejong
Ook in het Japanse water vind je een aantal bijzondere dieren, zoals de doejong. Ze zijn familie van de zeekoe en hebben een gemiddelde lengte van 2,5 tot 3 meter. Hun gewicht is dan ook niet niks, want ze kunnen tot wel 500 kilo wegen. Volwassen dieren hebben een gladde, donkergrijze huid. Er zijn geen achterpoten of vinnen te vinden, maar ze hebben wel twee voorpoten die ze gebruiken om zichzelf mee voort te bewegen. Het zijn echte herbivoren die hun grote snuit gebruiken om de bodem van de zee om te ploegen. Zo kunnen ze gemakkelijk bij al hun favoriete hapjes komen.
Lethocerus deyrollei
Niet alle dieren in Japan zijn schattig. Zo leeft ook de lethocerus deyrollei in dit land. Het is een soort waterschorpioen die ook wel een tenenbijter genoemd wordt. Het zijn agressieve dieren met scherpe kaken die ze gebruiken om prooien mee te vangen. Deze kaken zorgen ervoor dat ze ook mensen een flinke beet kunnen geven. Ze leven voornamelijk in rivieren en meren, maar zijn ook bij rijstvelden te vinden. Waar de kleinere dieren het voornamelijk op insecten gemunt hebben, zijn grote soorten in staat om kleine kikkers of schildpadden op te eten.
Japanse reuzensalamander
De Japanse reuzensalamander kan gevonden worden op het eiland Honshu. Ze hebben een gladde huid met rimpels en gekleurde stippen in een zwarte en bruine kleur. Net als bij andere amfibieën kunnen ze zuurstof opnemen met behulp van hun huid. Het bijzondere aan Japanse reuzensalamanders is dat één van hun longen niet gebruikt wordt om mee te ademen, maar om ze te helpen met drijven in het water. Het is ook de op één na grootste salamander ter wereld.
Japanse reuzenkrab
Nee, dit dier komt niet rechtstreeks uit je nachtmerries maar bestaat echt. De Japanse reuzenkrab kan maar liefst 5,5 meter lang worden, met ontzettend lange en dunne poten die de krab op een spin laten lijken. Hun lichaam is bedekt met kleine doorns en haartjes en ze hebben een oranje tot rode kleur. De dieren leven het liefste in gaten in de zeebodem op meer dan 300 meter diepte. Je komt ze daarom niet zomaar tegen, maar vissers gaan graag naar de dieren op zoek. De Japanse reuzenkrab is namelijk echt een delicatesse.